Terug
Gepubliceerd op 12/02/2024

2024_GR_00018 - Reglement inzake de heffing op verwaarlozing - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 05/02/2024 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Andere.

Samenstelling

Aanwezig

Koen Rombouts, schepen-voorzitter bijzonder comité; Eric Van Gestel, schepen; Walter Luyten, wnd. voorzitter; Nic Andriessen, raadslid; Marionne Leemans, schepen; Jozef Van Steen, raadslid; Hans Heylen, schepen; Marijke Van der Moeren, raadslid; Gert Laurijssen, raadslid; Mieke Van Ostaeyen, raadslid; Maria Van Gorp, raadslid; André Van Rooy, raadslid; Els Van Loon, raadslid; Jeroen Meeusen, raadslid; Kim Buyst, raadslid; Jozef Coeckelbergs, raadslid; Els Potters, raadslid; Inge Broeckx, raadslid; Ann Jansens, raadslid; Dirk Keuten, raadslid; Chris Bax, algemeen directeur

Afwezig

Filip Segers, voorzitter; Patrick Van den Borne, schepen; Koen Vansweevelt, raadslid

Secretaris

Chris Bax, algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2024_GR_00018 - Reglement inzake de heffing op verwaarlozing - Goedkeuring

Aanwezig

Koen Rombouts, Eric Van Gestel, Walter Luyten, Nic Andriessen, Marionne Leemans, Jozef Van Steen, Hans Heylen, Marijke Van der Moeren, Gert Laurijssen, Mieke Van Ostaeyen, Maria Van Gorp, André Van Rooy, Els Van Loon, Jeroen Meeusen, Kim Buyst, Jozef Coeckelbergs, Els Potters, Inge Broeckx, Ann Jansens, Dirk Keuten, Chris Bax
Stemmen voor 20
Gert Laurijssen, Marijke Van der Moeren, Mieke Van Ostaeyen, Marionne Leemans, Els Potters, Els Van Loon, Jeroen Meeusen, Kim Buyst, Inge Broeckx, Eric Van Gestel, Jozef Coeckelbergs, Ann Jansens, Maria Van Gorp, André Van Rooy, Dirk Keuten, Walter Luyten, Hans Heylen, Koen Rombouts, Nic Andriessen, Jozef Van Steen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_GR_00018 - Reglement inzake de heffing op verwaarlozing - Goedkeuring 2024_GR_00018 - Reglement inzake de heffing op verwaarlozing - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

De gemeente kan een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie;

Het door de gemeenteraad van 14 december 2020 vastgesteld reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, gewijzigd d.d. 6 februari 2023;

De financiële toestand van de gemeente;

De gemeente wenst verwaarlozing van woningen en gebouwen te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

De vrijstellingen in het reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van de gemeente;

Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

Juridische grond

De Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4;

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd;

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

De Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

2° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

3° Register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, als vermeld in artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen;

4° Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

5° Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning;

6° Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt opgenomen;

7° Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum.

Artikel 2

Belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§2. De belasting voor een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§3. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen is geschrapt, blijft de belasting jaarlijks verschuldigd op de verjaardag van de opnamedatum.

§4. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van twaalf maanden.

Artikel 3

Belastingplichtige

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen houder van het zakelijk recht is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht , vermeld in §1, op de verjaardag van de opnamedatum, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

a. naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

b. datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

c. nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Artikel 4

Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:

1° 1500 euro voor een verwaarloosd gebouw;

2° 1500 euro voor een verwaarloosde woning.

§2. Bepaling voor tariefverhoging

Indien het gebouw of de woning een 2de opeenvolgende termijn van 12 maanden zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, bedraagt de belasting:

1° 1875 euro voor een verwaarloosd gebouw;

2° 1875 euro voor een verwaarloosde woning.

Indien het gebouw of de woning een 3de opeenvolgende termijn van 12 maanden maanden zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, bedraagt de belasting:

1° 2250 euro voor een verwaarloosd gebouw;

2° 2250 euro voor een verwaarloosde woning.

Indien het gebouw of de woning een 4de opeenvolgende termijn van 12 maanden maanden zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, bedraagt de belasting:

1° 2625 euro voor een verwaarloosd gebouw;

2° 2625 euro voor een verwaarloosde woning.

Indien het gebouw of de woning een 5de of volgende opeenvolgende termijn van 12 maanden maanden zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, bedraagt de belasting:

1° 3000 euro voor een verwaarloosd gebouw;

2° 3000 euro voor een verwaarloosde woning.

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

Artikel 5

Vrijstellingen

§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld

    1° de belastingplichtige die volle eigenaar is van 1 enkele woning, die die woning  uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en die geen zakelijk recht heeft op een ander onroerend goed;  

    2° de belastingplichtige die maximaal 1 jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning;

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;  

3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging; 

4° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

5° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van  een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp  van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap;

6° gerenoveerd wordt:

1.    in geval van werken waarvoor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is: blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat jaarlijks vooruitgang dient te worden geboekt. Deze vrijstelling kan maximaal voor 3 opeenvolgende jaren volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, toegekend worden. Voor de eerste aanslag wordt de vrijstelling op basis van de vergunning toegekend. Voor de tweede en derde aanslag wordt de vrijstelling toegekend indien de belastingplichtige aantoont dat er op de datum van de verjaardag van de opnamedatum vooruitgang is geboekt t.o.v. het voorgaande jaar (o.b.v. foto’s, aankoopfacturen, overige documenten…) 

2.    in geval van werken waarvoor geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is:  blijkens een renovatiedossier   dat de belastingplichtige zelf samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is, met dien verstande dat jaarlijks vooruitgang dient te worden geboekt. Deze vrijstelling kan maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend worden. Voor de eerste aanslag wordt de vrijstelling op basis van het renovatiedossier toegekend. Voor de tweede en derde aanslag wordt de vrijstelling toegekend indien de belastingplichtige aantoont dat op datum van de verjaardag van de opnamedatum vooruitgang is geboekt t.o.v. het voorgaande jaar (o.b.v. foto’s, aankoopfacturen, overige documenten…)

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden. 

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal voor 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

Daarnaast dienen de werken ook effectief uitgevoerd te worden. Daarom wordt de vrijstelling verleend in twee schijven van respectievelijk één en maximaal twee jaar.

De eerste schijf van één jaar gaat in op datum van ontvangst van de schriftelijke bevestiging van de volledige renovatienota of het aantonen van een niet vervallen stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.

De aanvraag van de tweede schijf van maximaal twee jaar moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan het bevoegd personeelslid voor het verstrijken van de eerste schrijf. In deze gemotiveerde vraag moet enerzijds aangetoond worden dat de werken gestart zijn en wordt anderzijds een gedetailleerde stand van zaken van de lopende en toekomstige werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto’s.

Voorafgaand aan de toekenning van bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatbezoek tot vaststelling van de vooruitgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan kan de toekenning van de vrijstelling worden geweigerd.

7° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen; 

8° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen; 

Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.


Artikel 6

Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 7

Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 8

Bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Artikel 9

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen zijn van toepassing op dit belastingreglement.

Artikel 10

De gemeenteraadsbeslissing van 6 februari 2023 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake de heffing op verwaarlozing wordt met ingang van 5 februari 2024 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement. Onderhavig reglement treedt in voege op 5 februari 2024 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.